Deze week vindt het tweede ITAA-congres plaats. Bovendien is vrijdag 10 november de internationale dag van de accountant.
Tijd voor een reflectie over een evolutie in ons beroep
In een vorige column beschreef ik de zoektocht naar schaalgrootte in de accountancy-sector. Gretige financiers hiervan, zijn te vinden in de wereld van private equity.
De expansiedrang leidt, volgens mijn bescheiden mening, tot grootschaligheid van de accountancy. Een grootschalige bedrijfstak is, volgens Van Dale, de verklaring van het begrip “industrie”.
Is het dan terecht om te spreken van een industrialisering van de accountancy-sector? En wat kan dit betekenen voor klanten, medewerkers en andere stakeholders? Schaalgrootte werd ruimschoots beschreven door tal van auteurs. Academici verrichtten er onderzoek naar.
Klassieke voordelen van grootschaligheid zijn ondermeer een hogere kostenefficiëntie (door standaardisering), een grotere koopkracht, meer beschikbare middelen, een ruimer aanbod (van goederen en diensten). Er zijn heel wat competente professionals die, aangetrokken door de verscheidenheid aan functies, een groot accountantskantoor verkiezen om er hun ambitie de vrije loop te laten.
Tal van ondernemers zoeken one stop shop – oplossingen bij uit de kluiten gewassen kantoren terwijl diverse organisaties er graag aankloppen om intensieve samenwerkingen op te zetten. Een exploitatie op industriële schaal, lijkt in vele opzichten ideaal. Het hoeft niet te verbazen dat ook onze sector in de greep is van consolidatie.
En wat dan met de kantoren die op kleinere leest geschoeid zijn?
Kleinschaligheid wordt soms met enig misprijzen bekeken. Onterecht want kantoren die ervoor kiezen om op kleinere schaal te werken, beschikken over een waaier aan troeven.
Wat kleinere kantoren vooral kenmerkt, is hun persoonlijke aanpak en het “close contact” met de klanten. Medewerkers voelen zich vaak meer betrokken, ze staan dichter bij de klanten én bij het management. Bovendien kunnen ze zich beter profileren wat carrièrekansen biedt.
Eén van de belangrijkste stakeholders van kleinschalige kantoren, zijn ongetwijfeld de IT-bedrijven. Deze sector industrialiseert ontegensprekelijk wat, misschien paradoxaal, voordelen oplevert voor kleinere accountantskantoren. Door hun grootschaligheid zijn softwarebedrijven in staat om betaalbare technologie te ontwikkelen die accountants in staat stelt om compliance-taken te automatiseren én hun klanten beter te adviseren.
Grootschalig of kleinschalig?
What’s in a name? Kleinschalige kantoren kunnen groot zijn in wat ze bieden en doen. Grootschalige kantoren kunnen overwegend werken voor kleine klanten. Wat als accountants hun klanten centraal stellen en hun schaal overeenkomstig aanpassen?
Klantschaligheid dus! Lijkt me een mooie uitdaging.
Gert Engelen
Accountant en bezieler van Boox
Onze columnisten zijn experts in de accountancy in brede zin. Ze schrijven in eigen naam. Deze opiniebijdragen hebben geen commercieel doel maar willen ons aan het denken zetten.