Ze leiden de accountants van morgen op. Maar wie zijn de opleidingshoofden en docenten accountancy-fiscaliteit in onze Vlaamse hogescholen? In de reeks 'De Accountancyklas' geven we ze samen met Accountants Academy een stem.
Annelies Casaert, opleidingshoofd accountancy-fiscaliteit aan Vives hogeschool campus Kortrijk
Vives is een West-Vlaamse hogeschool met campussen over de hele provincie. De bachelor accountancy-fiscaliteit kun je zowel in Brugge als in Kortrijk volgen, zegt Annelies. “Daarnaast heb je in Kortrijk het graduaat accounting administration. Naast mijn taak als opleidingshoofd geef ik zelf boekhouden in het eerste en tweede jaar in dag- en afstandsonderwijs, praktijkvakken en stagebegeleiding, en begeleid ik de bachelorproef start-up.”
Achttien jaar werkt Annelies bij Vives, en in die tijd zag ze de groep accountancystudenten fors kleiner worden. “Toen ik begon hadden we vier klassen in het eerste jaar. Vandaag zijn dat er nog twee. Met ongeveer evenveel studenten per klas: 30 tot 40. Een halvering dus, jammer genoeg.”
‘Concurrentie’ van brede richtingen
“We moeten in eigen boezem durven kijken. Onze hogeschool biedt ook richtingen aan die zich breder profileren, en zo voor een stuk inspelen op jongeren die nog niet klaar zijn om te kiezen en alle opties willen openhouden. Zulke richtingen boomen, en dat doet voelen wij.”
Je hebt twee soorten accountancystudenten, zegt Annelies. “De gemotiveerde, vroege beslissers, die overtuigd zijn van hun keuze en hun opleiding meestal ook succesvol afronden. En de late beslissers. Ze studeren accountancy omdat ze denken snel rijk te worden. Veel van hen haken af. Ze zijn met meer dan vroeger, vrees ik.”
“We blijven een kennisberoep en we leggen de lat hoog. Het werkveld apprecieert dat. Van onze afgestudeerden kiest zowat de helft voor een accountancykantoor. Dertig procent studeert verder, 10% gaat werken bij een bedrijf en nog eens zoveel bij de overheid.”
“Door zelf op zoek te gaan naar een stageplek moeten ze netwerken en ontwikkelen ze hun soft skills.”
Tekort start al in middelbaar
“Het probleem is dat 18-jarigen amper nog durven te kiezen voor een opleiding met cijfers. En dat de accountancy nog altijd met een saai imago kampt. Ook al zijn er initiatieven vanuit de sector, waar wij zeer dankbaar voor zijn. Denk aan de campagne Accountants Van Morgen, en jullie interviewreeks met jonge vennoten. Of aan Kamal Kharmach en z’n Andermans zaken.”
Alleen: de verminderde instroom start al in het middelbaar. Annelies: “Het aantal leerlingen dat nog voor boekhouden-informatica of handel kiest, is uiterst beperkt. Je mag al blij zijn als er vijf in een klas zitten.”
“Onbekend is onbemind. Je kiest niet voor iets dat je niet kent. Ik heb zelf kinderen van studiekeuzeleeftijd, die nooit economie hebben gehad. Accountancy staat zelfs niet op hun lijst van mogelijke studiekeuzes.”
“Secundaire scholen moeten meer jongeren in aanraking brengen met economie en boekhouden. Positief is dat de nieuwe leerplannen daar weer wat meer aandacht aan zouden besteden.”
“In de accountancy wordt almaar meer geautomatiseerd en gedigitaliseerd. Je moet meer gaan controleren dan invoeren. Dat kun je alleen goed doen als je weet hoe het in elkaar zit.”
Talen belangrijk, maar geen struikelblok
De klastitularis speelt een belangrijke rol, zegt Annelies. “Wat die zegt, geloven de leerlingen. Leerkrachten moeten dus over de juiste info beschikken over wat wij precies doen en hoe onze richting in elkaar zit. Onze school heette vroeger Hantal – handel-talen – en we vinden vreemde talen nog altijd belangrijk, maar wel functioneel en beroepsgericht. Dus geen talen om de talen.
“We zitten op nog geen 20 kilometer van Frankrijk en Wallonië. En voor wie in een internationale context of bij een Big Four wil gaan werken is een goeie kennis van het Engels belangrijk.”
“Alleen: die talen zijn ondersteunend, we zijn geen talenrichting. Toch raden leerkrachten accountancy-fiscaliteit aan Vives Kortrijk soms af omdat onze talen een struikelblok zouden zijn. Doodjammer, want dat is absoluut niet zo. De taalcollega’s doen ontzettend veel extra inspanningen om de studenten de weg te wijzen.”
Als accountant zou je kunnen langsgaan op school om de leerlingen warm te maken voor de stiel “Dat kost tijd en energie, maar zal resultaat opleveren”, denkt Annelies. “Zolang je dicht genoeg bij de leefwereld van de scholieren blijft. Laat ze een klein financieel plan opstellen voor de organisatie van een fuif, bijvoorbeeld.”
Toch zal het tekort aan studenten en accountants niet in 1, 2, 3 opgelost zijn, zegt Annelies. “We kunnen ze niet van straat plukken, hé. Al hebben we dit jaar wel 10% meer inschrijvingen in het eerste jaar. Hopelijk zet zich dat verder.”
Net als in de andere Vlaamse hogescholen kunnen accountancystudenten en hun docenten van Vives Kortrijk sinds dit jaar gratis gebruikmaken van de e-learnings van Accountants Academy. “En daar zijn we erg tevreden over”, zegt collega Lieselot D’Haene, opleidingshoofd graduaat accounting administration Vives Kortrijk. “Wanneer onze graduaatstudenten bijvoorbeeld moeite hebben met de basislessen boekhouden, verwijzen we hen door naar de video’s. Ook de aanvullende oefeningen worden zeer gewaardeerd. In de toekomst willen we tijdens de lessen nog gerichter verwijzen naar bepaalde topics en filmpjes.” |
Soft skills ontwikkelen
Een opmerking van sommige afgestudeerde accountants is dat ze te laat de praktijk zagen. “Wij vinden het belangrijk om onze studenten al van in het eerste jaar in contact te brengen met het werkveld”, zegt Annelies.
“In het tweede semester doen ze een kennismakingsstage van drie dagen. Waar, dat kiezen ze zelf. Accountancykantoor, bedrijf, non- of social-profit: maakt niet uit. Door zelf op zoek te gaan naar een stageplek moeten ze netwerken en ontwikkelen ze hun soft skills.”
“In drie dagen en met hun beperkte opleiding achter de rug kunnen ze nog geen grote inhoudelijke zaken doen. We vinden het vooral belangrijk dat ze een bedrijf of kantoor van binnenuit leren kennen en dat ze in hun studiekeuze bevestigd worden.”
“Je diploma is het ticket om aan je reis te beginnen, niet de eindbestemming.”
Tweedejaarsstudenten lopen twee weken stage in een accountancykantoor en wonen minstens één adviesgesprek bij. “Door de digitalisering evolueert het profiel van de bachelors steeds meer naar dat van adviseur”, zegt Annelies. “Wij kunnen heel veel simulaties opzetten, maar dat is toch nog niet hetzelfde als een gesprek met een echte klant.”
“Ze leren hoe belangrijk het is om de cijfers te vertalen naar een verhaal dat de klant begrijpt. Om de stage in het tweede nog nuttiger te maken, hebben we enkele vakken in ons curriculum verplaatst, zoals vennootschapsbelasting.”
Meer stageplaatsen dan studenten
De stage in het derde jaar is uiteraard de langste: tien weken. Annelies: “Ze mogen voor één plaats kiezen of twee plekken combineren. Per kantoor laten we maar één student toe. Zo krijgen zoveel mogelijk accountants de kans om met onze studenten te werken.”
“Want m’n lijst met stageplaatsen bevat 200 namen, veel meer dan we studenten hebben. Kantoren hopen dat het klikt, en dat ze de stagiair na afstuderen in dienst kunnen nemen. Een goeie stagiair is een godsgeschenk in tijden van acuut personeelstekort.”
Bij Vives Kortrijk is de bachelorproef geen klassiek eindwerk maar een start-up die studenten in groepjes van vijf of zes uit de grond stampen. “Van brainstorm over hun product of dienst tot en met de afsluiting van de boekhouding”, zegt Annelies. “De fiscale controle is hun bachelorproefverdediging.”
“Ze passen hun kennis toe en moeten hun soft skills inzetten. Tijdens hun bachelorproef merken ze vanzelf dat in groep samenwerken niet altijd vanzelfsprekend is.”
Kennis blijft essentieel
Heel wat praktijkopdrachten dus, alleen: léren de studenten ook nog iets? Annelies: “Het is onze job om te zorgen dat afgestudeerden over alle nodige basiskennis beschikken. In de accountancy wordt almaar meer geautomatiseerd en gedigitaliseerd. Je moet meer gaan controleren dan invoeren. Dat kun je alleen goed doen als je weet hoe het in elkaar zit.”
“Het werkveld verwacht ook van ons dat een pas afgestudeerde weet hoe de btw in elkaar zit, wat de voorwaarden zijn voor intracommunautaire leveringen, hoe je facturen verwerkt, waar je wetgeving opzoekt, enzovoort. Elke student die bagage meegeven, is onze kerntaak.”
De verwachtingen van kantoren liggen wel almaar hoger, zegt Annelies. “Als school moeten wij jonge mensen klaarstomen om te kunnen beginnen met werken. Daarna moeten ze nog heel veel leren on the job. Je diploma is het ticket om aan je reis te beginnen, niet de eindbestemming.”
Software binnen de opleiding
Automatisatie, digitalisatie, nieuwe tools: hoe blijven de docenten van Vives mee? Annelies: “Op de grote events zien we wat er leeft in de markt. En we vragen onze stagiairs na afloop waarmee ze gewerkt hebben. We zijn geen early adopter, maar als we voelen dat iets blijvends is en door kantoren geïmplementeerd wordt, nemen we het op in ons leerprogramma.”
“Zoals Silverfin, dat sinds drie jaar gebruikt wordt in het vak vennootschapsboekhouden. Onze studenten gaan met het pakket aan de slag zodat ze het ook tijdens hun stage kunnen gebruiken.”
“Voor boekhouding zelf gebruiken we Octopus en Exact Online. Als studenten twee pakketten kennen, zetten ze ook makkelijk de stap naar een derde en vierde. En voor rapportering leren ze werken met onder meer Bizzcontrol en Bel-First.”
Tools verstandig gebruiken
Of tools ooit de accountant gaan vervangen? “Toen de digitalisering begon, kregen we op elke infodag de opmerking: ‘Waarom zou ik nog hiervoor kiezen, straks zijn er geen accountants meer nodig’. Vandaag horen we dat gelukkig niet meer. Het is overduidelijk dat de digitalisering de job niet overbodig maakt.”
“Waar het dan wel naartoe gaat met de accountancy? Het compliancedeel zal nog altijd in orde moeten zijn. Ook het duurzaamheidsverhaal zal tijd en energie vergen. Artificiële intelligentie zou heel ver kunnen gaan, maar zal de mens niet overbodig maken. A human in the loop, een kritische menselijke blik: die blijft nodig.”
“We moeten vooral niet bang zijn voor digitalisering. Laat ons de tools omarmen en er verstandig mee omgaan. Ook deontologisch. Nu schiet dat een beetje alle richtingen uit, door het gebrek aan wetgeving rond AI. Alles kan en alles mag, en dus doet iedereen maar z’n ding. Daar is zeker nog ruimte voor verbetering.”
Interview en tekst door
Pieter-Jan