De Richtlijn betreffende duurzaamheidsrapportage door ondernemingen (CSRD) werd van kracht op 1 januari 2024. In de aanloop naar de omzetting van de richtlijn in nationaal recht tegen 6 juli 2024, een lopend proces dat gecoördineerd wordt door de FOD Economie, ontvingen de geïnteresseerde stakeholders eind december 2023 het voorontwerp van wet.
Het staat in de sterren geschreven dat de invoering van de nieuwe duurzaamheidsrichtlijn ook een enorme impact zal hebben op kmo’s.
Het gaat meer bepaald om de Richtlijn (EU) 2022/2464, de zogenaamde CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive). Deze voorziet dat grote vennootschappen en bepaalde kmo’s duurzaamheidsinformatie moeten rapporteren en deze duurzaamheidsinformatie van assurance moeten laten voorzien met een beperkte mate van zekerheid.
Ook kmo’s betrokken partij
Alhoewel kmo’s niet rechtstreeks onder deze verplichtingen vallen, voorziet de Richtlijn dat de duurzaamheid van een grote onderneming afhankelijk is van de duurzaamheid van haar gehele waardeketen, met inbegrip van “haar producten en diensten, haar zakenrelaties en haar toeleveringsketen”. De druk vanuit de grote onderneming op ondernemingen in haar waardeketen inzake duurzaamheid, duurzaamheidsverslaggeving en assurance van duurzaamheidsinformatie zal dan ook groot zijn.
Ook het IBR en het ITAA kregen als betrokken partijen de kans om hun opmerkingen te formuleren. Op 16 januari 2024 stuurden ze een gezamenlijk advies aan de minister van Economie.
Voor de leden van beide Instituten en voor de ondernemingen is niet alleen een transparante duurzaamheidsrapportering een doel op zich, ook de audit ervan is een absolute must om de betrouwbaarheid ervan te vergroten en ondernemingen nog meer te stimuleren om hun inspanningen op het gebied van milieu-, sociale en governance-aspecten te intensifiëren.
Er zijn twee punten uit het advies van cruciaal belang:
- Het is van het grootste belang dat de nieuwe wet ervoor zorgt dat kleine vennootschappen, die niet rechtstreeks onder de CSRD vallen, de mogelijkheid krijgen om voor de contractuele audit van hun niet-financiële informatie, beroep kunnen doen op een lid van het IBR of het ITAA. De wet moet in dat verband duidelijkheid verschaffen.
- Voor het IBR kan de markt voor wettelijke ESG-audits na drie jaar maar geopend worden indien er expliciet wordt voorzien in een KB waarbij het kader getekend wordt waarbinnen die andere onafhankelijke verleners van assurancediensten dit kunnen aanbieden. Het is duidelijk dat het algemeen belang en de rechtszekerheid vereisen dat een gelijke kwaliteit van de werkzaamheden wordt gewaarborgd, ongeacht de beroepsbeoefenaar die deze opdrachten uitvoert.