Jochen Van Driessche, Officium

In de reeks ‘Jong & vennoot’ laten we de jonge wolven van de accountancy aan het woord. Wie zijn ze, hoe zijn ze gestart en is dat nu een voordeel of toch misschien een nadeel, vennoot worden op jonge leeftijd?

Jochen Van Driessche is 33 en vennoot-kantoorverantwoordelijke van Officium in Destelbergen, deel van de PIA Group.

Cijfers en boekhouden: het zal er al van jongs af in, hé?

(lacht) “Behalve in voetbal had ik al snel interesse in cijfers en ondernemen. Na m’n middelbaar handel heb ik accountancy-fiscaliteit gestudeerd. Al geloof ik meer in de gedrevenheid van mensen dan in een diploma. Momenteel ben ik bezig met m’n ITAA-titel. Daar kruipt tijd en energie in, want wat je daarvoor moet kennen verschilt nogal van de vragen die we elke dag van onze klanten krijgen.”

Waar ben je je accountancycarrière begonnen?

“In een kantoor in Beveren. Ik heb er drie jaar gewerkt en veel geleerd. Toen ging ik op gesprek bij Freddy Claeys van Officium. Het klikte meteen, ik ben er begonnen in 2015. Drie jaar geleden kreeg ik de vraag om vennoot te worden. Ik heb geen moment getwijfeld.”

Kort daarna kreeg je medevennoot Freddy gezondheidsproblemen.

“Toen hij uitviel, werd ik in het bad gegooid. De ideale leerschool. En de trein is blijven rijden. Chapeau voor m’n medewerkers, de meeste van onze klanten merkten niet eens dat de oprichter van het kantoor buiten strijd was. En we zijn geen enkele klant verloren, integendeel.”

De verdienste van je medewerkers, maar toch ook van jou als chef.

“Ik ben trots dat het ons gelukt is, maar noem me geen baas. Dat mogen m’n mensen ook niet – ik noem ze zelf liever collega’s dan medewerkers. Als ze het tegen klanten over mij als ‘de baas’ hebben dan zeg ik hen dat het Jochen is.” (lacht)

Je bent 33. Je vennoot is er 68 en de meeste van je medewerkers zijn een stuk ouder dan jij. Generatiekloof?

“Het betekent dat ik kan vertrouwen op hun ervaring. En dat als we een deadline moeten halen, ze zich dubbel plooien.”

“Digitaliseren is niet vanzelfsprekend voor mensen die het al lang anders gewend zijn, dus doen we dat in kleine stapjes. Niet direct van 0 naar 100. De toekomst is hoe dan ook digitaal. Jonge ondernemers verwachten dat ook, ze vragen letterlijk: ik moet toch niet alles op papier binnenbrengen hé?”

Hoe pak je dat aan, je mensen meenemen in het digitale verhaal?

“Op onze teammeetings hebben we het over digitale oplossingen. Dan leg ik een case voor en bespreken we hoe we die kunnen oplossen, vaak met een van onze digitale tools. Zo komt er een gedragen en efficiënte werkwijze.”

“Ik geef m’n collega’s ook persoonlijke feedback over hoe ze iets nog beter en efficiënter kunnen verwerken.”

Officium is deel van de PIA Group. Kun je als kantoorhouder je eigen accenten leggen?

“Ja, binnen PIA mag iedereen z’n eigenheid behouden. Belangrijk, voor mij. Ik heb een visie en kan nogal koppig zijn.” (lacht)

“Aan de PIA Group heb ik veel te danken. Als kleiner onafhankelijk kantoor wordt het vandaag steeds moeilijker. We kunnen gebruikmaken van software die we alleen misschien niet zouden kunnen betalen, en een beroep doen op experten in fiscaliteit, HR, IT enzovoort. Ik haal ook enorm veel uit de contacten met de andere kantoren. Het zijn er intussen 43 als ik me niet vergis. Zo maak ik deel uit van het ‘wolfpack’-traject binnen PIA: jonge ambitieuze mensen die extra opgeleid worden.”

Wat houden je taken in binnen Officium?

“Ik pak de moeilijkere dossiers aan, doe nog m’n eigen dossiers en alle klantengesprekken. Voor de rest vooral de opvolging van de collega’s en het overleg met PIA. En uitzoeken hoe we nog meer meerwaarde voor de klant kunnen creëren.”

Veel van jullie klanten vallen binnen een niche.

“Onze stichter Freddy is een artiest, en drie vierde van onze klanten komt uit de artistieke en culturele sector. Dat gaat om kunstenaars, acteurs, grafisch ontwerpers, organisatoren van de Gentse Feesten … Ze krijgen bijvoorbeeld vaak te maken met de specifieke regels rond auteursrechten.”

“Het overige kwart klanten is zeer divers, van horecazaken tot consultants. Die 25% wil ik zeker behouden, zonder onze expertise in de culturele wereld te verliezen.”

“Sommige kantoren duwen bijberoepers weg. Wij niet. Starters zijn welkom. Het is een oefening om te zorgen dat onze dienstverlening met de juiste tools voor hen betaalbaar blijft. Nu: de boekhoudkost voor een klant is zo duur als die klant aanlevert. We zoeken niet naar onproductief werk binnen een dossier, we hebben liever extra dossiers.”

“Wat we vaak zien is dat bijberoepers na een paar jaar zelfstandige in hoofdberoep worden. En ook als dat niet zo is, brengen ze soms grotere klanten aan, omdat ze tevreden zijn.”

Je werd al op je 29ste vennoot. Voor- of nadeel?

“Zeker een voordeel, vind ik. Ik leer elke dag bij. Kennissen kijken wel eens met grote ogen naar m’n parcours. Chapeau dat je daar al staat, zeggen ze. Maar het was het moment. Ik zag een kans en ben gesprongen.”

“Nu: de combinatie werk-privé is momenteel niet makkelijk. Vroeger was ik de voortrekker in m’n vriendengroep. Nu zie ik ze heel wat minder. Ik beschouw Officium als m’n kind dat aan het groeien is. Als dat kind ouder is, hoop ik wat meer vrije tijd te hebben. Al speel ik wel nog padel, daar heb ik deugd van.”

Deadlines: hoe gaan jullie ermee om?

“Aangifteperiodes zijn pakken draaglijker dan vroeger, toen alles nog op papier gebeurde. Dossiers worden nu elke dag bijgewerkt. Zo kan 60 tot 70% al op voorhand verwerkt worden.”

“Jammer dat de overheid hier niet echt aan meewerkt. Tax-on-Web dat maar eind april, begin mei opent terwijl half oktober alles binnen moet. En dat in ons knelpuntberoep …”

“M’n mensen doen ook in drukke periodes wat ze kunnen, maar ook dan ga ik ze geen overtollige overuren laten werken. Je wordt niet per se productiever als je meer uren werkt. Een mens heeft ontspanning en rust nodig om goed te presteren.”

Understatement van het jaar: er zijn geen accountants op overschot. Wat kunnen we doen om meer volk warm te maken voor de stiel?

“Onze meerwaarde als accountant is de klant goed adviseren. Typ- en inboekwerk is duur, daar betaalt de klant niet graag voor. Voor goed advies ligt dat helemaal anders. Het inboeken gaat er grotendeels uit, al hoop ik dat er nog een stukje blijft, om de feeling niet te verliezen. Dat we niet vergeten wat een btw-rooster is, wat er achter de cijfers zit.”

“De accountancy geeft voldoening. Als je merkt dat je klant echt iets heeft opgestoken van je advies en tevreden naar huis gaat. Mensen ontzorgen met hun administratie en financiën, zodat ze zich op hun onderneming kunnen focussen. Een klant doen groeien, en z’n verhaal mee schrijven: daar doe ik het voor. Ik behandel hun dossiers en hun centen trouwens alsof het de mijne zijn, ik ben echt met hen begaan.”

“Dan kruip je al eens in de rol van psycholoog. Er komen soms zaken los. Zeker als we niet op kantoor blijven maar gaan wandelen. Ons kantoor ligt vlak bij het Damvalleimeer.”

Waar wil je over vijf jaar staan?

“Op dezelfde plek, in een groter Officium. Vandaag zijn we met acht, idealiter gaan we straks naar tien. Later vandaag heb ik nog een sollicitatiegesprek. Maar ook wij ondervinden de schaarste aan mensen. Hoe we ze bereiken? Vooral via de PIA Group. Op beurzen, door stages, door schoolverlaters te contacteren.”

“Onze troeven? Een open communicatie. Een gemoedelijke sfeer, ik ben zeker niet de klassieke boekhouder met col en plastron. En een aantrekkelijk kantoor, mooi gelegen en vlot bereikbaar.”

“Op langere termijn streef ik naar het Officium van vandaag maal twee. Maar wel op een leefbare manier: voor m’n collega’s en mezelf.”

Ben of ken je een jonge vennoot in een accountancykantoor? Laat het weten via elodie@accountancyvandaag.be